Verbonden partijen

Statutaire vestigingsplaats is Hilversum. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De burgemeester van Hilversum maakt deel uit van en is voorzitter van het dagelijks en het algemeen bestuur. Het bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Hilversum heeft 1 van de 7 stemmen in het algemeen bestuur.

De gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren.

De taken en verantwoordelijkheden van de veiligheidsregio zijn vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). In hoofdlijnen is dat conform artikel 10 Wvr:
a.   het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b.   het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c.   het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
d.   het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Deze taken worden gezamenlijk uitgevoerd door de brandweer, politie, GHOR en Bevolkingszorg;
e.   het instellen en in stand houden van een brandweer;
f.   het instellen en in stand houden van een Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR). De GHOR coördineert de inzet van geneeskundige diensten tijdens rampen en grote ongevallen;
g.   het voorzien in de meldkamerfunctie;
h.   het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i.   het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.

€ 8.295.379   

€ 8.565.915

€ 81.000 voordeel voor mutaties reserves

€ 20.000 nadeel voor mutatie reserves

Het totaal van de exploitatie 2021 bedraagt € 27.930.339 (2020: € 27.258.109)
Van de totale gemeentelijke bijdrage aan de Veiligheidsregio draagt gemeente Hilversum circa 39% (2020: 39%) van de kosten. Voor 2021 bestaat dit uit de volgende bedragen:
-Algemene bijdrage € 8.055.635 (2020: € 7.781.170).
-Bijdrage Bevolkingszorg € 130.823 (2020: € 128.218).
-Bijdrage Huisvesting € 379.457 (2020: € 385.864).

Stand per 31-12-2020

Stand per 31-12-2021

€ 1.454.891

 € 1.434.891

€ 13.357.451

€ 12.759.070

Cijfers 2020 en 2021 zijn gebaseerd op de Programmabegroting 2021 van de Veiligheidsregio.

De Wet veiligheidsregio’s verdeelt het Nederlandse grondgebied in regio’s en verplicht elke regio een gemeenschappelijke regeling te treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

Aansluiten op maatschappelijke veranderingen
De veiligheidsregio staat midden in een veranderende samenleving. Dat betekent dat zij rekening gaan houden met ontwikkelingen als klimaat, duurzaamheid en het hervormen van de positie voor ambtenaren en vrijwilligers. Hoe ziet de toekomst van de brandweerzorg eruit? In bredere zin moet de veiligheidsregio ook rekening houden met nieuwe typen bedreigingen, zoals dit jaar ook blijkt met de bestrijding van het coronavirus.

Verbinden met externe partijen
De veiligheidsregio zoekt steeds meer de samenwerking op met externe partijen. Naast gemeenten en inwoners moet hierbij ook gedacht worden aan zorginstellingen, waterschappen, scholen en Rijkswaterstaat.  

Samenwerken met Flevoland en Utrecht
Al in 2015 werd geconstateerd dat de schaal van de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek te klein is om te kunnen blijven voldoen aan de wettelijke eisen. De inzet op een verdergaande samenwerking met veiligheidsregio Flevoland gaat helpen om de kwaliteit van veiligheidsproducten op orde te houden en continuïteit te borgen.

De veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek richt zich op meer functionele samenwerking met Flevoland en Utrecht. In de toekomst is een bestuurlijke fusie met de veiligheidsregio een beoogd doel.  Ondertussen werkt de veiligheidsregio in de komende jaren aan de (toekomstbestendige) gemeenschappelijke meldkamer en crisisorganisatie voor Midden Nederland en een gezamenlijk kennis- en oefencentrum.  Dit is wel bekend als project ‘drieslag’.

Integraal adviseren op risicobeheersing
In 2021 geeft de veiligheidsregio prioriteit aan de omgevingswet en de communicatie over risico’s in de omgeving. De focus van de hulpdiensten verbreedt zich van het verlenen van hulp bij een incident naar het voorkomen dat een incident zich voordoet.

Integrale sturing en uitvoering
Intern gaat de veiligheidsregio werken aan het verbeteren van de aansturing en uitvoering van werkzaamheden. Sleutelbegrippen hierin zijn informatiegestuurd werken, kolomoverstijgend en kwaliteitzorg.

De verdeelsleutel van de gemeentelijke bijdragen is geregeld in artikel 32 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 2016. Vervolgens bepaalt artikel 35 van deze regeling dat bij (gedeeltelijke) opheffing het algemeen bestuur een verdeling opstelt. Als verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen wordt dezelfde verhouding toegepast als bij de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de individuele gemeenten voor openbare orde en veiligheid voor brandweer en rampenbestrijding opgenomen bedragen. Dezelfde verdeling van financiële verantwoordelijkheid geldt ook bij een nadelig jaarresultaat, dat niet opgevangen kan worden met de eigen reserves. De deelnemende gemeenten dragen in een eventueel tekort bij op basis van het aantal inwoners. In geval van tekorten bij de jaarrekening is de gemeente Hilversum voor zo’n 39 % aansprakelijk. Opheffing van dit wettelijk verplichte openbaar lichaam kan alleen door de rijkswetgever geïnitieerd worden, maar de kans op een negatief rekeningresultaat is mogelijk.

In de programmabegroting 2021 noemt de Veiligheidsregio als grootste risico's:

taakdifferentiatie brandweerpersoneel: De Tweede kamerleden Kuiken en Laan-Geselschap hebben in hun motie van 22 november 2018 aan de regering verzocht om in het kader van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) tot een uitzonderingspositie te komen voor de brandweervrijwilligers. De minister van BZK heeft inmiddels de Wnra voor het personeel van de Veiligheidsregio’s tijdelijk uitgesteld. Inwerkingtreding van de WNRA voor de Veiligheidsregio’s kan pas na Koninklijk Besluit. In het komende vervolgtraject zal gekeken worden naar welke structurele oplossing passend is en recht doet aan de positie van brandweervrijwilligers, waarbij opgemerkt dient te worden dat een uitzondering op de Wnra de strijdigheid van de rechtspositie met Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Europese hof niet opheft. Inmiddels is er een voorlopig besluit genomen in december 2019 in het Veiligheidsberaad om taakdifferentiatie tussen beroeps en vrijwilligers nader uit te werken. Het gaat dan om een dergelijke differentie dat er objectief gesteld kan worden dat er verschil is tussen een vrijwilliger en beroeps. Te denken valt aan differentiatie in zwaarte van de opleiding, het uitvoeren van specialismen, belasting in tijd en beschikbaarheid etc. In mei 2020 komt de taakdifferentiatie wederom op de agenda van het veiligheidsberaad en de Minister van V&J. Als Veiligheidsregio hebben we geen invloed op het vervolgtraject wat gelopen wordt met de betrokken partijen (werkgevers, werknemers en het ministerie van V&J). Het financiële risico is voor het gehele land fors, maar met name voor de Veiligheidsregio’s die voor een groot deel drijven op vrijwilligheid. De hoogte van de financiële impact zal in 2020 duidelijk moeten worden na analyse van de effecten van taakdifferentiatie. Het risico dat door brandweer Nederland is berekend komt neer op € 80 mln., kortom €4,71 per inwoner van Nederland. Voor onze regio komt dat neer op 1.1 mln.

overdracht rijksmaterieel: De aanschaf van het Rijksmaterieel is tot op heden gefinancierd door het rijk. Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil het Rijksmaterieel dat door BIZA is verstrekt, overdragen aan de veiligheidsregio’s zonder hierbij budget over te dragen voor de toekomstige vervanging van dit materieel. Indien de veiligheidsregio’s zelf de vervangingen moeten financieren leidt dit tot een financieel risico.De veiligheidsregio’s zijn gezamenlijk in onderhandeling met het ministerie van Veiligheid en Justitie om goede afspraken te maken over de overdracht. De financiële gevolgen zijn deels te kwantificeren. Voor de vervanging van het materieel wordt een investering voorzien van rond de € 1 mln. De gebruikswijze waarop dit geregeld wordt – gezamenlijk met andere veiligheidsregio’s of regionaal of lokaal – is nog niet helder. De kans dat veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek dit alleen moet dragen (kapitaallasten) wordt geschat op 50% van de kapitaallasten ad € 300.000.

verhogen AOW leeftijd: Het huidige FLO overgangsrecht voorziet een in AOW-leeftijd van 67 jaar, indien er wordt besloten om de AOW-leeftijd verder te verhogen dan moeten partijen weer om tafel en is de kans groot dat het voor de veiligheidsregio nadelige financiële gevolgen heeft, de hoogte hiervan is op dit moment niet in te schatten. De Veiligheidsregio heeft hier geen directe invloed op anders dan vertegenwoordiging door de portefeuillehouder P&O in de Brandweerkamer.Onze inschatting is dat dit risico zich na 2021 kan voordoen. Maximale risico op dit moment ingeschat € 280.000 met een kans van 49%

wet data lekken: Vanuit de nieuwe Wet Datalekken zijn organisaties waar een ‘lek’ zich voordoet verplicht dit te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Het gaat om een datalek waarbij gevoelige informatie op ‘straat’ kan komen te liggen. Deze melding moet binnen 72 uur worden gedaan. Doet men dit niet dan kan de Autoriteit Persoonsgegevens een boete opleggen van maximaal € 900.000. Binnen de veiligheidsregio zijn we bezig om bewustwording aangaande deze wet te vergroten. Ook zijn we op informatisering en automatiseringsgebied bezig om onze ICT omgeving hierop aan te passen. Er wordt gewerkt aan beleid aangaande dit punt door bijvoorbeeld meldingsprocedures etc. Ondanks alle maatregelen is het niet ondenkbaar dat er een ‘lek’ kan ontstaan. Indien dit zich voordoet, zullen we dit conform de vereisten melden. Het kan echter voorkomen dat er onbewust is gelekt. Bij onbewust lekken is de termijn van 72 uur uiterst kort. Bij een te late aangifte kan er een boete worden opgelegd. Deze kans schatten wij in op 15%. Derhalve is het financiële risico € 135.000.

openbaar meldsysteem: Diverse ontwikkelingen maken op termijn een andere inrichting van het OMS-stelsel noodzakelijk, mede gezien de samenvoegingen van regionale meldkamers naar tien meldkamergebieden. Het toekomstbestendig herinrichten van het OMS-systeem dient fasegewijs binnen de kaders van wet- en regelgeving plaats te vinden middels een zorgvuldige transitie. Veiligheid en continuïteit wat betreft de uitvoering van de kerntaken dient steeds zo goed mogelijk gewaarborgd te worden waarbij ook gelet moet worden op het voorkomen van nodeloze alarmeringen en onnodig uitrukken van de brandweer. Binnen de veiligheidsregio zijn we de toekomst van het openbaar meldsysteem aan het verkennen. De bestaande contracten moeten worden herbezien of ze standhouden in de toekomst. Dat de baten en lasten van het openbaar meldsysteem komen te vervallen, schatten we vooralsnog in op 75%. Het financiële risico voor ons als veiligheidsregio, met een bate van € 380.000, komt dan neer op € 285.000.

4. Bestuur

www.vrgooienvechtstreek.nl