Lokale heffingen
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen gaat zowel over de heffingen waarvan de besteding ongebonden is als over de heffingen waarvan de besteding wel gebonden is.
Ongebonden heffingen (OZB, Hondenbelasting en Precario)
Dit zijn heffingen waar geen specifieke dienst tegenover staat en waarbij de inkomsten ten gunste komen aan de algemene middelen. Er zijn geen (wettelijke) voorschriften waar wij aan moeten voldoen. Wel hanteren wij zelf als uitgangspunt de aanpassing van de honden- en precariobelasting te baseren op de verwachte prijsstijging. Voor 2021 1,7% en de periode 2022-2024: 2%.
Gebonden heffingen (riool- en afvalstoffenheffing, Leges, Haven- en Marktgelden en Parkeerbelastingen)
Dit zijn de heffingen waar een specifieke dienst/levering tegenover staat. Tegenover bijvoorbeeld de rioolheffing staat dat de gemeente de riolering aanlegt en onderhoudt. Bij het bepalen van de gebonden heffingen mogen we niet meer kosten aan de heffing toerekenen dan de kosten die we maken voor de te leveren dienst. In welke mate de heffing de kosten dekt wordt uitgedrukt in kostendekkendheidspercentage. In 2020 is onderzoek gedaan naar de kostendekking van de gebonden heffingen. De uitkomsten zijn verwerkt bij de berekeningen van de tarieven.
Voor de gebonden heffingen hanteren we een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn niet altijd zonder meer met elkaar te verenigen. Het vinden van de juiste balans is dus steeds de opgave.
- Zo laag mogelijke tarieven
Dit uitgangspunt vullen wij in door onze tarieven te toetsen aan die van de rest van Nederland. Dit geldt met name voor de tarieven riool- en afvalstoffenheffing, die door Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden), in samenhang met de OZB, voor alle gemeenten in beeld worden gebracht. Waar relevant toetsen wij aan de tarieven in de regio. Dit doen we bijvoorbeeld bij de marktgelden. We proberen niet teveel af te wijken van de gemiddelde tarieven, waarbij de opmerking past dat niet altijd te achterhalen is wat andere gemeenten wel/niet aan kosten in hun tarieven hebben meegenomen. Het laag houden van de tarieven vraagt ook iets van de mate van efficiency waarmee we onze taken uitvoeren. Periodiek moeten we daarom nagaan of hierin verbeteringen zijn aan te brengen.
- Een eerlijke verdeling van de lasten
Dit betekent dat we de kosten neerleggen bij de gebruikers die profijt hebben van de voorziening. Dit geldt in principe voor alle voorzieningen die wij leveren. Het bekendste voorbeeld is de afvalstoffenheffing. Wat “eerlijk” is, kan aan verandering onderhevig zijn, afhankelijk van de invalshoek die gekozen wordt. Wanneer voor de invalshoek duurzaamheid en milieu gekozen wordt, kan de uitkomst anders zijn, dan wanneer voor een financiële invalshoek wordt gekozen. Voor rioolheffing wordt met ingang van 2022 gekozen voor een eigenarenheffing.
- Volledige kostendekking
Wij vinden het reëel dat de kosten van onze voorzieningen volledig via de tarieven worden gedekt. Voor meerdere tarieven geldt dat ze nu nog niet alle kosten dekken. De riool- en afvalstoffenheffing zijn hiervan de belangrijkste voorbeelden.
Uitgangspunten vanuit de Kadernota 2020
Vanuit de Kadernota zijn de volgende uitgangspunten meegenomen:
- Onderzoeken naar mogelijkheid rioolheffing verplaatsten naar eigenaar i.p.v. gebruiker
- De begrote Woonlasten opbrengsten stijgen met € 1 miljoen.
De invoering van een eigenarenheffing i.p.v. een gebruikersheffing Riool heeft grote financiële effecten en een verschuiving van lasten tot gevolg. De hoogte van het tarief kan bij een eigenarenheffing omlaag omdat geen kwijtschelding verleend hoeft te worden en het effect van leegstand verdwijnt waardoor circa 2.000 extra objecten in de heffing betrokken kunnen worden. Anderzijds heeft het een nadelig effect voor woningcorporaties. Het college hecht er belang bij om de corporaties goed te informeren, de implementatie van een eigenarenheffing is daarom los gelaten voor 2021 en vooruit geschoven naar 2022. In de meer jaren berekening van de tarieven is met deze wijziging rekening gehouden. Een verschuiving zorgt niet voor extra inkomsten maar heeft wel een positief effect op de hoogte van de tarieven.
De begrote opbrengsten uit de Woonlasten stijgen met € 1 miljoen. Controle op de meeropbrengsten Afval / Riool en een wijziging in de kostentoerekening leveren € 550.000 op. Het resterende deel van € 450.000 wordt gerealiseerd door het verhogen van de OZB. De Woonlasten stijgen daardoor voor 2021 met meer dan het inflatiepercentage.
Macronorm vervangen door benchmark
De gemeenten hebben een eigen beleidsvrijheid voor het bepalen van de hoogte van de tarieven in de OZB. Op landelijk niveau is een plafond vastgesteld voor de hoogte van de opbrengsten van de OZB. Het gaat hier om de zogeheten macronorm. Daarbij kijkt het Rijk naar de stijging van de totale landelijke OZB-opbrengsten. Voor individuele gemeenten geldt geen opbrengstlimiet, maar gemeenten houden bij het bepalen van opbrengst wel rekening met de macronorm.
Per 2021 komt deze macronorm te vervallen. In de plaats daarvan komt een benchmark. In de benchmark worden zowel de ozb als de riool-en afvalstoffenheffing vergeleken. Het betreft een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en gemeentelijke tariefontwikkeling binnen een provincie. Ook de landelijke, provinciale en regionale gemiddelden worden vergeleken. De benchmark geeft gemeenten en raadsleden meer inzicht in het eigen beleid ten opzichte van het beleid van andere gemeenten. In paragraaf 3.1.4 is de benchmark vergelijking weergegeven.
In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op:
- De lokale heffingen;
- De lokale woonlastendruk; OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing
- De overige ongebonden heffingen; hondenbelasting en precario
- De overige gebonden heffingen; markt- en havengelden, parkeerbelastingen en leges
- Het kwijtscheldingsbeleid;
- De woonlasten in Hilversum vergeleken met de landelijke, provinciale en regionale woonlasten.
Lokale heffingen
Bepalen overhead uurtarief
Een belangrijk onderdeel van de BBV-regels is dat overheadkosten apart, via een voor alle tarieven te gebruiken verdeelsleutel, aan de kosten van een voorziening moeten worden toegerekend. In Hilversum gebeurt dat door middel van een standaardopslag op het uurtarief van de formatie, die belast is met de gemeentelijke heffingen. Die opslag is berekend door de totale overheadkosten te delen door het totaal aantal productieve uren van de gemeentelijke, personele formatie (fte's).
De opslag overhead per productief uur bedraagt in 2021:
Opslag overhead | 2020 |
---|---|
Geraamde overhead | € 29.291.209 |
Geraamde formatie | 440 |
Productieve uren per persoon | 1.332 |
Totaal productieve uren | 586.080 |
Berekende overhead per uur | € 50,00 |
De daling van de berekende overhead per uur wordt veroorzaakt door de lagere geraamde overhead van € 30.221.362 in de begroting 2020 naar € 29.291.209 in de begroting 2021. Tevens zijn door de hogere geraamde (directe) formatie de productieve uren gestegen. De voornoemde combinatie heeft tot gevolg dat de berekende overhead per uur met 3 euro daalt (€ 53,30 naar € 50,00).
De woonlasten; onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing
In het coalitieakkoord zijn voor de woonlasten als totaal twee (algemene) uitgangspunten opgenomen.
Algemene uitgangspunten:
- De woonlasten als totaal stijgen maximaal met de inflatie: De verwachte inflatie voor 2021 is 1,7%. Bij het hanteren van dit uitgangspunt wordt ook gekeken naar de verschillende categorieën (huurders, eigenaren en 1, 2 of meerpersoonshuishoudens). Voor de OZB opbrengst wordt voor 2022 en verder gerekend met 2%.
- We streven naar volledige kostendekkendheid: De kostendekking mag niet hoger liggen dan 100%. Bij opstellen van begroting 2020 was de kostendekkendheid van Afval en Riool 98%.
Hilversum kent in 2021 een dekking van 99% zodat er (nagenoeg) geen ruimte is tot verhoging van het tarief. Voor de begroting 2021 en verder is de mate van kostendekkendheid één van de keuzes die gemaakt kan worden om te voldoen aan het eerste uitgangspunt.
Voor het bepalen van de tarieven en het zorgen dat aan beide uitgangspunten zoveel mogelijk kan worden voldaan (waarbij uitgangspunt 1 boven 2 gaat) kunt u verschillende keuzes maken:
- Stijging van OZB
- Kostendekkendheid Afval en Riool (ieder afzonderlijk)
- Inzet egalisatiereserve Afval en voorziening Riool (ieder afzonderlijk)
Opdracht vanuit de kadernota 2020
De raad heeft bij het vaststellen van de Kadernota 2020 besloten dat de begrote Woonlasten opbrengsten met € 1 miljoen stijgen.
De inkomsten uit de OZB vallen onder de Algemene Middelen waarbij er geen sprake is van een koppeling met een kostendekkend- of maximumtarief. De OZB is daarmee een mogelijkheid om te benutten voor het genereren van extra inkomsten.
Controle op de meeropbrengsten Afval en Riool heeft de volgende gecombineerde extra opbrengsten voor Afval & Riool opgeleverd. De OZB opbrengsten is dan de resultante van de gewenste € 1 miljoen en de meeropbrengst bij Afval en Riool.
Extra opbrengsten per jaar | Afval & Riool | OZB | Totaal |
---|---|---|---|
2021 | 550 | 450 | 1.000 |
2022 | 560 | 440 | 1.000 |
2023 | 620 | 380 | 1.000 |
2024 | 580 | 420 | 1.000 |
In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van de verschillende tarieven (met kostendekkendheid percentage). Ook is aangegeven wat het totaal aan woonlasten is per soort huishouden.
Lokale woonlastendruk | meerjarenraming | ||||
---|---|---|---|---|---|
B2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 248,52 | 266,93 | 270,10 | 276,45 | 281,56 |
Rioolheffing | 181,69 | 182,52 | 182,19 | 185,18 | 185,07 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuish.) | 324,42 | 345,60 | 367,48 | 376,63 | 370,49 |
Totaal | 754,63 | 795,05 | 819,77 | 838,26 | 837,12 |
Procentuele wijziging voor woningeigenaren: | |||||
* Eenpersoons huishouden | 5,11% | 2,45% | 2,21% | 0,19% | |
* Tweepersoons huishouden | 5,26% | 2,80% | 2,23% | 0,01% | |
* Meerpersoons huishouden | 5,36% | 3,11% | 2,26% | -0,14% | |
Procentuele wijziging voor huurders van woningen | |||||
* Eenpersoons huishouden | 3,59% | -43,32% | 2,49% | -1,63% | |
* Tweepersoons huishouden | 4,05% | -35,90% | 2,49% | -1,63% | |
* Meerpersoons huishouden | 4,35% | -30,42% | 2,49% | -1,63% |
De bovengenoemde effecten hebben als resultaat dat de Woonlasten voor 2021 met circa 5% stijgen. Het 1e algemene uitgangspunt dat de Woonlasten met niet meer dan het inflatiepercentage stijgen is daarmee voor 2021 losgelaten.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De tarieven voor de onroerende zaakbelastingen voor woningen, niet-woningen (gebruikers) en niet-woningen (eigenaren) stijgen met 1,7% inflatie. Voor de periode 2022-2024 houden we het inflatiepercentage van 2% aan. Om te komen tot een meer opbrengst van € 1 miljoen op de woonlasten, waarvan € 450.000 bij de OZB, stijgen de tarieven naast de inflatiecorrectie met 5,6% extra.
In de huidige begroting 2020 is geen bedrag in de heffingspercentages opgenomen voor dubieuze debiteuren. In de begroting 2021 wordt voor dubieuze debiteuren 1% ten laste van de opbrengst OZB meegenomen: dit betreft circa € 225.000.
Ontwikkeling onroerende zaakbelasting:
Omschrijving | 2020 | 2021 | Verschil tov 2020 | % |
---|---|---|---|---|
Woningen | ||||
Gemiddelde woningwaarde | 304.683 | 323.848 | 19.165 | 6% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 248,52 | 266,93 | 18,41 | 7% |
Niet - woningen gebruikers | ||||
Gemiddelde waarde | 605.758 | 611.815 | 6.057 | 1% |
Onroerendezaakbelasting gebruiker | 1.068,27 | 1.147,42 | 79,15 | 7% |
Niet -woningen | ||||
Gemiddelde waarde | 605.758 | 611.815 | 6.057 | 1% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 1.599,39 | 1.717,89 | 118,50 | 7% |
Bij het opstellen van de begroting zijn de WOZ-waarden voor het nieuwe jaar nog niet bekend. Bij het berekenen van de tarieven wordt een inschatting gemaakt van de verwachte waardeontwikkeling. Als in februari van het begrotingsjaar de aanslag wordt opgelegd, gebeurt dat op basis van de WOZ-waarde op het moment van de aanslag. Deze kan zowel naar boven als naar beneden afwijken van de waarde waarvan in deze begroting is uitgegaan.
Rioolheffing
Rioolheffing wordt in de huidige situatie in Hilversum geheven van de gebruiker. Bij de Kadernota 2020 is als zoekrichting meegegeven om een eigenarenheffing Riool te onderzoeken. De invoering hiervan is met 1 jaar uitgesteld. Implementatiedatum van een eigenarenheffing is nu 2022, de effecten hiervan zijn in de meer jaren berekening verwerkt.
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief rioolheffing:
- De post kwijtschelding blijft voor 2021 in de begroting staan. Op basis van de realisatie van de afgelopen 3 jaar wordt de post kwijtschelding verhoogd met € 75.000 naar € 650.000.
- Dubieuze debiteuren zijn aangepast aan de realisatie van de afgelopen 3 jaar. Voor dubieuze debiteuren betekent dit een stijging van € 75.000 naar € 150.000.
- Conform uitgangspunten is de kostendekking verhoogd van 98% naar 99%.
- Volumetoename aantal huishoudens is +250 voor 2021 en verder.
- Kosten voor beschoeiingen, watergangen en baggeren ter grootte van € 250.000 worden in de heffing betrokken
- Effecten GWP (1,6 fte directe personeelskosten) zijn verwerkt.
Kostendekkendheid rioolheffing | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
- kosten exploitatie | 1.615 | 1.337 | 1.337 | 1.337 | 1.337 |
- kapitaallasten | 1.043 | 1.030 | 1.027 | 957 | 1.012 |
- investering ideaalcomplex | 2.804 | 3.029 | 3.029 | 3.029 | 3.029 |
- directe personeels- en organisatiekosten | 850 | 1.032 | 1.021 | 1.021 | 1.021 |
Netto kosten taakveld | 6.312 | 6.428 | 6.414 | 6.344 | 6.399 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- dubieuze debiteuren | 75 | 150 | 150 | 150 | 150 |
- kwijtscheldingen | 575 | 650 | - | - | - |
- heffing en inning | 71 | 92 | 92 | 92 | 92 |
- straatreiniging | 362 | 362 | 362 | 362 | 362 |
- waterwegen | - | 257 | 275 | 332 | 330 |
- overhead | 810 | 921 | 908 | 905 | 893 |
- BTW | 427 | 382 | 382 | 382 | 382 |
Totale kosten | 8.632 | 9.242 | 8.583 | 8.567 | 8.608 |
Dekkingspercentage | 98% | 99% | 100% | 100% | 100% |
Toe te rekenen kosten | 8.459 | 9.150 | 8.583 | 8.567 | 8.608 |
Totale opbrengst | 8.459 | 9.150 | 8.583 | 8.567 | 8.608 |
Opbrengst mutatie egalisatievoorziening | -570 | -1.200 | -200 | - | - |
Opbrengst heffingen | 7.889 | 7.950 | 8.383 | 8.567 | 8.608 |
Stand van voorziening 31 december | 1.548 | 348 | 148 | 148 | 148 |
Tarief | € 181,68 | € 182,52 | € 182,19 | € 185,18 | € 185,07 |
% verandering (t-1) | -5,96% | 0,46% | -0,18% | 1,64% | -0,06% |
Voor 2021 stijgt het tarief met 0,46 % naar € 182,52. De stijging is het gevolg van het verwerken van de klimaatmaatregelen in het tarief, wijziging van de in de heffing op te nemen kosten en hogere posten voor dubieuze debiteuren en kwijtschelding. De wijziging van de in de heffing op te nemen kosten voor beschoeiing, watergangen en baggeren levert een stijging van € 257.000 op. Door de onttrekking uit de egalisatiereserve, ontstaan in tijden waarin de opbrengsten hoger lagen dan de toe te rekenen kosten, ter grootte van € 1,2 miljoen kiezen we voor het terugvloeien van gelden naar de burger en een demping van het tarief.
Afvalstoffenheffing:
Het verwijderen van ons afval is uitbesteed aan de Regio Gooi en Vechtstreek (GAD). De begroting van het GAD is bepalend voor de tarieven afvalstoffenheffing. In eerste instantie moet Hilversum via die begroting toezien op een efficiënte en effectieve afvalinzameling, om daarmee de tarieven afvalstoffenheffing voor de burger zo stabiel en laag mogelijk te houden.
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief afvalstoffenheffing:
- De bijdrage aan het GAD is vanwege toegenomen kosten € 313.000 hoger.
- Op basis van de realisatie van de afgelopen 3 jaar wordt de post kwijtschelding verhoogd met € 175.000 naar € 750.000.
- Dubieuze debiteuren zijn aangepast aan de realisatie van de afgelopen 3 jaar. Voor dubieuze debiteuren betekent dit een stijging van € 125.000 naar € 200.000.
- Conform uitgangspunten is de kostendekking verhoogd van 98% naar 99%.
- Volumetoename aantal huishoudens is +250 voor 2021 en verder.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
- bijdrage GAD (Regio G&V) | € 8.543 | € 8.856 | € 8.994 | € 9.051 | € 8.946 |
- verwachte teruggave GAD (jaarresultaat) | -€ 15 | -€ 250 | -€ 250 | -€ 250 | -€ 250 |
- dubieuze debiteuren | € 75 | € 200 | € 200 | € 200 | € 200 |
Netto kosten taakveld | € 8.603 | € 8.806 | € 8.944 | € 9.001 | € 8.896 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- kwijtscheldingen | € 575 | € 750 | € 750 | € 750 | € 750 |
- heffing en inning | € 71 | € 144 | € 144 | € 144 | € 144 |
- straatreiniging | € 362 | € 362 | € 362 | € 362 | € 362 |
- overhead | € 99 | € 87 | € 86 | € 86 | € 86 |
- BTW | € 1.884 | € 1.966 | € 1.995 | € 2.007 | € 1.985 |
Totale kosten | € 11.594 | € 12.115 | € 12.281 | € 12.350 | € 12.223 |
Dekkingspercentage | 98% | 99% | 100% | 100% | 100% |
Toe te rekenen kosten | € 11.362 | € 11.994 | € 12.281 | € 12.350 | € 12.223 |
Totale opbrengst | € 11.018 | € 11.994 | € 12.281 | € 12.350 | € 12.223 |
Opbrengst mutatie egalisatievoorziening | -€ 575 | -€ 800 | -€ 305 | € 0 | € 0 |
Extra opbrengst mutatie egalisatievoorziening | -€ 435 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Opbrengst heffingen | € 10.443 | € 11.194 | € 11.976 | € 12.350 | € 12.223 |
Stand van voorziening 31 december | 1.105 | 305 | 0 | 0 | 0 |
Tarief 1 persoons hh | € 195,50 | € 208,26 | € 221,44 | € 226,96 | € 223,26 |
Tarief 2 persoons hh | € 260,16 | € 277,20 | € 294,69 | € 302,03 | € 297,11 |
Tarief meer persoons hh | € 324,42 | € 345,60 | € 367,48 | € 376,63 | € 370,49 |
% verandering (t-1) | 6,5% | 6,3% | 2,5% | -1,6% |
Voor 2021 stijgen de tarieven met 6,5%. De stijging is het gevolg van een hogere bijdrage aan het GAD, wijziging van de in de heffing op te nemen kosten en hogere posten voor dubieuze debiteuren en kwijtschelding. Bij Afval kiezen we voor de inzet van de egalisatievoorziening (€ 800.000) om de stijging van het tarief te dempen.
Overige ongebonden lokale heffingen
Hondenbelasting
In het tarief van de hondenbelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,7% (in de periode 2022-2024: 2%). De geraamde opbrengst voor het jaar 2021 bedraagt € 510.000.
Precariobelasting
In het tarief van de precariobelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,7% (in de periode 2022-2024: 2%). De geraamde opbrengst bedraagt voor het jaar 2021 € 312.000.
Overige gebonden lokale heffingen
Marktgelden
Beleid
In onderstaande tabel is aangegeven welke kosten wij toerekenen aan de markt, welk bedrag daar bij hoort en voor welk percentage wij deze doorbelasten in het tarief. Onder de tabel treft u een toelichting op een aantal kostensoorten.
SOORT KOSTEN | BEDRAG | % | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
Kapitaallasten herinrichting Marktplein (1) | 51 | 29% | 15 | 15 | 15 | 15 |
Personeels- en organisatiekosten | 162 | 100% | 162 | 162 | 162 | 162 |
Schoonmaak na afloop markt | 101 | 100% | 101 | 101 | 101 | 101 |
Schoonspuiten Marktplein (2) | 21 | 29% | 6 | 6 | 6 | 6 |
Divers kleine uitgaven (water, netbeheer etc.) | 3 | 100% | 3 | 3 | 3 | 3 |
Subtotaal kosten | 287 | 287 | 287 | 287 | ||
Dekkingspercentage | 85% | 90% | 100% | 100% | ||
Subtotaal kosten in tarief | 244 | 258 | 287 | 287 | ||
Wijziging bouwfasering (3) | 160 | 50% (verdeeld over 5 jaar) | 16 | 16 | 0 | 0 |
Totaal kosten in tarief | 260 | 274 | 287 | 287 | ||
Promotie (4) | Apart tarief | 17 | 17 | 17 | 17 | |
Energie (5) | O.b.v. verbruik | 9 | 9 | 9 | 9 |
- Kapitaallasten gebaseerd op herinrichting o.b.v. een doelmatig plein, investering zou dan €1,5 miljoen bedragen. De markt maakt 2 van de 7 dagen per week gebruik van het plein en daarom de kapitaallasten voor 2/7e deel (29%) doorbelast. De omvang van de markt beslaat niet het gehele plein maar wegens doorlooppaden en aanlooproutes, parkeergelegenheid wordt wel het gehele plein gebruikt ten behoeve van de markt.
- Schoonspuiten gebeurt maandelijks maar is niet specifiek voor de markt, ook andere evenementen vervuilen het marktplein. De markt maakt 2 van de 7 dagen per week gebruik van het plein en daarom de kapitaallasten voor 2/7e deel (29%) doorbelast.
- Kosten van €160.000 zijn gemaakt n.a.v. vraag van de markt. Met de marktcommissie afgesproken dat deze kosten in 5 jaar worden doorbelast aan de markt. Om de markt tegemoet de komen draagt de gemeente 50% van de kosten en wordt 50% over 5 jaar verdeeld.
- Promotiekosten kent een apart tarief van €0,05 per M2 per dag, het bedrag dat hiermee door de gemeente wordt ontvangen wordt niet door de gemeente besteed maar door de markt zelf.
- Dit betreft een inschatting van de energielasten. De werkelijk gemaakte energielasten wordt doorbelast op basis van verbruik.
TARIEVEN per m2 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
ZATERDAG | ||||
Basis tarief | 0,80 | 0,85 | 0,92 | 0,92 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | 0,05 | - | - |
0,85 | 0,90 | 0,92 | 0,92 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
WOENSDAG | ||||
Basis tarief | 0,70 | 0,75 | 0,82 | 0,82 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | 0,05 | - | - |
0,75 | 0,80 | 0,82 | 0,82 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
Voor het belastingjaar 2021 blijven de tarieven hetzelfde als de tarieven 2020. Waarbij de afspraak is dat voor de zomer van 2021 de kosten(dekking), in samenspraak met de marktcommissie, tegen het licht worden gehouden voor het bepalen van de tarieven 2022 en in hoeverre de huidige kostentoedeling nog aansluit bij de werkelijkheid.
Parkeerbelastingen
Beleid
Er is sprake van een tweetal parkeertarieven. De tarieven voor straat-parkeren en voor vergunningen. Deze kunnen los van de kosten van de parkeerexploitatie worden bepaald. Daarnaast kennen wij de naheffingsaanslag parkeerbelastingen, die wordt opgelegd als iemand niet of niet genoeg heeft betaald voor straat-parkeren of een vergunning.
De inkomsten uit parkeercontroles worden voor 2021 geraamd op € 1.000.000. De inkomsten uit vergunningen worden geraamd op € 425.000.
Het tarief voor de naheffingsaanslag is wettelijk gemaximeerd op € 65,30. De gemeente mag dit bedrag alleen naheffen als de kosten die de gemeente moet maken voor de handhaving hoger zijn dan de opbrengst van de naheffingsaanslagen. De gemeente mag dus geen winst maken op de naheffingsaanslagen. Voorgesteld wordt om voor 2021 net als in het huidige jaar het maximum tarief te hanteren.
Kostendekkendheid naheffingen parkeren | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Kosten taakveld, incl. omslagrente | 908 | 908 | 908 | 908 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netto kosten taakveld | 908 | 908 | 908 | 908 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 40 | 40 | 40 | 40 |
- BTW | 199 | 199 | 199 | 199 |
Totale kosten | 1.147 | 1.147 | 1.147 | 1.147 |
Opbrengst heffingen | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Dekkingspercentage | 87,2% | 87,2% | 87,2% | 87,2% |
Tarief naheffingsaanslag parkeren 2021 | € 65,30 | € 65,30 | € 65,30 | € 65,30 |
Leges
Beleid
De legesverordening bevat de tarieven voor een groot aantal gemeentelijke producten en diensten. Het gaat hierbij altijd om diensten waar mensen zelf om gevraagd hebben bij de gemeente. Voor de door de gemeente geleverde diensten kunnen leges in rekening worden gebracht. Bij de legesheffing worden de kosten die de gemeente maakt verhaald op de aanvrager.
De verordening is opgedeeld in drie titels. In elke titel is een bepaalde categorie gemeentelijke producten ondergebracht. De wettelijke eis is dat kostendekking op het niveau van de verordening als geheel niet meer bedraagt dan 100%. De berekening per titel geeft inzicht in de mate van kostendekking per categorie producten en diensten. In enkele gevallen worden tarieven bij wet vastgesteld. Dit beperkt het aantal tarieven dat volledig kostendekkend kan zijn.
Voor de Omgevingsvergunning blijft het huidige tarief van 3,4 % van de bouwsom gehandhaafd. Een deel van de tarieven zijn wettelijk vastgesteld. De overige tarieven stijgen met 1,7% inflatie. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de legesverordening.
Omschrijving | Lasten | Baten | Kostendekkenheid % |
---|---|---|---|
Algemene dienstverlening | 1.356.766 | 1.022.496 | 75,4% |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | 2.472.182 | 2.360.098 | 95,5% |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | 141.857 | 60.784 | 42,8% |
Totaal | 3.970.805 | 3.443.378 | 86,7% |
Havengelden
Beleid
De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. Het overgrote deel is afkomstig van woonschepen. Van recreatievaart is nauwelijks meer sprake en ook het vrachtverkeer neemt af. Kostendekkende tarieven zijn niet haalbaar. De gemeentelijke tarieven zijn nu al vergelijkbaar of hoger dan de commerciële tarieven van de particuliere havens in de omgeving. Daarnaast bieden particuliere havens meer faciliteiten en toezicht. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de verordening havengelden.
Kostendekkendheid havengelden | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Kosten taakveld, incl. omslagrente | 441 | 468 | 538 | 535 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -65 | -65 | -65 | -65 |
Netto kosten taakveld | 376 | 403 | 473 | 470 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 1 | 1 | 1 | 1 |
- overhead | 79 | 79 | 79 | 79 |
- BTW | 33 | 33 | 33 | 33 |
Totale kosten | 489 | 516 | 586 | 583 |
Opbrengst heffingen | 19 | 19 | 19 | 19 |
Dekkingspercentage | 3,9% | 3,7% | 3,2% | 3,3% |
Inkomsten uit lokale heffingen
Omschrijving | Jaarstukken | Begroting | meerjarenraming | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Ongebonden heffingen | ||||||
Onroerendezaakbelastingen woningen | 11.395 | 11.571 | 12.532 | 12.748 | 13.117 | 13.430 |
Onroerendezaakbelastingen niet woningen | 9.345 | 9.519 | 10.225 | 10.654 | 10.905 | 11.106 |
Hondenbelasting | 472 | 510 | 510 | 510 | 510 | 510 |
Precariobelasting | 230 | 312 | 312 | 312 | 312 | 312 |
Totaal niet gebonden heffingen | 21.442 | 21.912 | 23.579 | 24.224 | 24.844 | 25.358 |
Gebonden Heffingen | ||||||
Rioolheffing | 8.345 | 7.782 | 7.949 | 8.383 | 8.567 | 8.608 |
Afvalstoffenheffing | 9.752 | 10.361 | 11.194 | 11.976 | 12.351 | 12.223 |
Marktgelden | 209 | 289 | 244 | 258 | 287 | 287 |
Opbrengsten parkeermeters en vergunningen | 3.507 | 3.420 | 3.435 | 3.435 | 3.435 | 3.435 |
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen | 1.068 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Leges omgevingsvergunningen | 3.339 | 1.881 | 2.631 | 2.357 | 2.295 | 2.175 |
Leges burgerlijke stand (inclusief huwelijken/partnerschap) | 285 | 211 | 203 | 203 | 203 | 203 |
Leges rijbewijzen/paspoorten/identiteitskaart | 881 | 758 | 892 | 754 | 619 | 1.196 |
Leges gemeentelijke basisregistratie | 161 | 145 | 145 | 145 | 145 | 145 |
Overige leges en heffingen | 234 | 246 | 253 | 253 | 253 | 253 |
Totaal gebonden heffingen | 27.781 | 26.093 | 27.946 | 28.764 | 29.155 | 29.525 |
Totaal | 49.223 | 48.005 | 51.525 | 52.988 | 53.999 | 54.883 |
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente Hilversum biedt inwoners de gelegenheid kwijtschelding aan te vragen, als zij niet of met grote moeite in staat zijn om de lokale belastingen te betalen. Een inwoner komt niet zomaar in aanmerking voor kwijtschelding. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden dat de gemeente toetst bij de behandeling van de aanvraag. De kwijtscheldingsverzoeken worden behandeld aan de hand van normen van de rijksoverheid en de relevante wet- en regelgeving voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De door kwijtschelding misgelopen opbrengsten zijn verrekend in de tarieven.
De gemeente Hilversum verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. Bij de hondenbelasting geldt dit alleen voor de eerste hond binnen een huishouden. De belasting voor een tweede hond of meer komt nooit in aanmerking voor kwijtschelding. De begrote kwijtscheldingen zijn aangepast aan de realisatie van de afgelopen 3 jaar. Voor Afval is de stijging € 175.000 en voor Riool € 75.000. Bij een overgang naar een eigenarenheffing Riool wordt vanaf 2022 geen kwijtschelding meer verleend voor Riool omdat de eigenaren hier niet voor in aanmerking komen.
Hilversum behandelt ook de kwijtscheldingsverzoeken voor de (waterschaps)heffingen van Waternet, wanneer het om inwoners van Hilversum gaat. Waternet vergoedt de kosten die de gemeente Hilversum hiervoor maakt.
Voor administratieve beroepen wordt ingeschat dat 95% daarvan ongegrond is. Dit in de verwachting dat de beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken correct heeft plaatsgevonden en dat het administratief beroep daarom kan worden afgewezen (ongegrond verklaard).
In de fase van administratief beroep kunnen alsnog opgevraagde stukken worden verstrekt waardoor het administratief beroep alsnog wordt toegewezen. Het is dus niet zo dat het kwijtscheldingsverzoek onterecht is afgewezen, maar wel dat het administratief beroep wordt toegekend waardoor het percentage ongegrond verklaarde beroepschriften lager kan uitvallen dan begroot zoals in het onderstaande overzicht is aangegeven bij de jaarstukken 2019.
Omschrijving | JS 2019 | B 2020 | B2021 |
---|---|---|---|
Aantal kwijtscheldingsverzoeken | 3.510 | 3.250 | 3.500 |
(inclusief Waternet) waarvan: | |||
Geheel toegekend | 2.556 | 2.450 | 2.650 |
Gedeeltelijk toegekend | 63 | 150 | 150 |
Afgewezen | 576 | 650 | 700 |
Per 31 december in behandeling | 315 | 0 | 0 |
Verzoeken afgehandeld binnen 6 mnd | 88% | 100% | 100% |
Totaalbedrag kwijtschelding | € 1.285.888 | € 1.184.000 | € 1.400.000 |
Aantal beroepschriften | 133 | 100 | 100 |
% ongegronde beroepschriften | 23% | 95% | 95% |
% afgehandelde beroepschriften binnen | |||
wettelijke termijn van 8 weken | 58% | 100% | 100% |
Tabel Aantal kwijtscheldingsverzoeken (inclusief Waternet)
Landelijke woonlastenvergelijking
Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) van de Rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt periodiek onder andere de diverse lokale lasten met elkaar. Het COELO brengt hierover jaarlijks de 'Atlas van lokale lasten' uit, met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland.
In 2020 neemt Hilversum een vergelijkbare positie in ten opzichte van 2019. De gemiddelde woonlasten voor woningeigenaren liggen in veel gemeenten rond het gemiddelde van € 776. In het merendeel van de gemeenten liggen de woonlasten tussen de € 650 en € 850. Voor Hilversum is dit voor 2020 € 784. Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste gemiddelde woonlasten) voor een meerpersoonshuishouden met daarin opgenomen de positie van Hilversum, ziet er als volgt uit.
| 2018 | 2019 | 2020 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | ||||||
Gemeente met de laatste lasten | 1 | 505 | 1 | 511 | 1 | 573 |
Gemiddelde van alle gemeenten | 721 | 740 | 776 | |||
Gemeente met de hoogste lasten | 387 | 1.234 | 372 | 1.446 | 372 | 1.440 |
Gemeente Hilversum | 203 | 748 | 208 | 767 | 170 | 784 |
De gemiddelde woonlasten voor woningeigenaren (eigenaar-bewoner) in Nederland voor 2020 bedraagt € 776 (Coelo 2020). Onze tarieven voor woningeigenaren voor 2020 zitten net boven dit gemiddelde. Of onze tarieven in 2021 weer rond het landelijk gemiddelde uitkomen, hangt af van de gemiddelde stijging. De verwachting is dat ook in andere gemeente de tarieven voor het jaar 2021 stijgen vanwege de druk op de begroting.
De gemiddelde woonlasten voor huurders (riool- en afvalstoffenheffing) in Nederland bedraagt € 389 in 2020. Onze tarieven voor huurders voor 2020 liggen boven het gemiddelde. Het overzicht van de gemeenten voor huurders met daarin opgenomen de positie van Hilversum, geeft het volgende beeld.
2018 | 2019 | 2020 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | |||||||
Gemeente met de laatste lasten | 1 | 34 | 1 | 37 | 1 | 36 | |
Gemiddelde van alle gemeenten | 358 | 368 | 389 | ||||
Gemeente met de hoogste lasten | 387 | 658 | 372 | 644 | 372 | 660 | |
Gemeente Hilversum | 337 | 494 | 328 | 499 | 301 | 506 |
Of onze tarieven voor huurders in 2021 dichter bij het gemiddelde uitkomen, hangt af van de gemiddelde stijging. De verwachting is dat ook in andere gemeente de tarieven voor het jaar 2021 stijgen vanwege de druk op de begroting.
In onderstaande tabellen is een overzicht weergegeven van de woonlasten binnen de provincie Noord-Holland, van regio gemeenten en gemeenten met een vergelijkbare omvang. De doorgetrokken rode lijn geeft in beide onderdelen het landelijk gemiddelde weer, de gestippelde rode lijn het provinciale gemiddelde. Hilversum is terug te vinden rond het gemiddelde.